De Groene Specht (Picus Viridus)

Deze keer besteden we aandacht aan de groene specht. De groene specht behoort tot de familie (Picidae). Nederlandse volksnamen voor de groene specht zijn o.a. houtspecht, boomhakker en klopper.

Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen zijn groene spechten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de groene specht is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming (ingaande 1 januari 2017). Deze nieuwe wet vervangt drie wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet. Met één wet en minder regels wordt het makkelijker om de wet toe te passen.

De groene specht is na de grote bonte specht de talrijkste en meest verspreide specht in ons land. In 2017 is de stand dusdanig groot dat de soort niet meer voorkomt op de Rode Lijst. De groene specht roffelt niet vaak. De vogel is schuw en erg waakzaam.

Herkenning

De groene specht is een vrij forse vogel, met een lengte van 30-36 cm en een spanwijdte in vlucht van 45-51 cm, die in een diepe golvende vlucht vliegt. Het gewicht bedraagt gemiddeld zo'n 185 gram maar kan variëren van 140 tot 250 gram. Er is vrijwel geen verschil in gewicht en grootte tussen de geslachten.

De groene specht heeft een rode kruin en zwarte vlek rondom het oog. De mannetjes hebben ook nog een rode vlek onder het oog; bij de vrouwtjes is deze zwart. De groene specht heeft een grijze dolksnavel. Juveniele vogels zijn zwaar gevlekt over het gehele lichaam. De kenmerkende, lachende roep van de groene specht valt vaak als eerste op. Met zijn 10 cm lange tong gaat hij op jacht naar mieren, maar ook bessen, insecten of larven van insecten in boomstammen staan op zijn menu.

 

Voorkomen

Groene spechten zijn standvogels van open loofbossen, hoogstamboomgaarden, parken en oude houtsingels. Grote bosgebieden zijn meestal alleen bezet langs de randen of rond kaalslagen. De stand is erg gevoelig voor langdurige perioden met sneeuw, vaak met veel slachtoffers als gevolg. De landelijke stand nam eerst af, maar neemt sinds 1990 weer fors toe. Rond 2010 was er een terugval, waarschijnlijk te wijten aan enkele voorbije sneeuwrijke winters waardoor de groene specht, die zijn voedsel voornamelijk op de grond zoekt, niet bij zijn favoriete voedsel (mieren) kon komen.

 

Broeden en nestelen

Groene spechten broeden bij voorkeur in kleinschalig cultuurlandschap met veel oude bomen. Het nest bouwt de soort in een zelf uitgehakte holte, meestal in een oude loofboom. Het broeden begint eind april. De groene specht heeft één legsel per jaar, wat meestal bestaat uit 5 tot 7 eieren. De broedduur is zo'n 18 á 19 dagen. Beide geslachten broeden en zorgen ook samen voor de jongen, die het nest verlaten na 18-21 dagen. Na het uitvliegen blijft de familie tussen de 3 en 7 weken bij elkaar, of man en vrouw verdelen de jongen.


 

Buiten broedtijd

De groene specht is een uitgesproken standvogel die permanent in zijn territorium verblijft. Het territorium is ongeveer 1000 vierkante meter groot.

 

 

Onderzoek door VWG De Kempen

VWG De Kempen heeft in het verleden onderzoek gedaan naar de groene specht. Dit onderzoek is gepubliceerd in een artikel in LIMOSA 87 (2014): 74-81.

Een zeer interessant artikel kunt u vinden op de website van de VWG onder soortenonderzoek: Rode Bosmieren van de Einderheide 2017