De huiszwaluw heeft: een zwarte rug en zwarte vleugels; de onderkant van het lijf is wit; een zwarte kap op de kop en het opvallendste is de witte stuit.
Huiszwaluwen zijn zomergasten die in de maanden april en mei ons land aandoen om hun jongen groot te brengen. Het is een kolonievogel die in groepsverband nestelt en leeft. De meeste zwaluwen broeden onder richels en witte overhangende delen van daken (overstek). Een witte overstek geeft weerkaatsing van het zonlicht terwijl een donkere overstek licht absorbeert. Warmte kan uitdroging van de eieren tot gevolg hebben en het nest dat gemaakt is van modder en klei kan door de warmte naar beneden vallen.
De huiszwaluw voedt zich uitsluitend met dierlijk voedsel. Jaarlijks brengt een zwaluwpaar meestal twee en soms drie broedsels groot. In de broedperiode vangt een huiszwaluw soms wel 9.000 insecten per dag. Dit is een ideale oplossing voor o.a. runderen en paarden die op een warme zomerdag veel last ondervinden van het zoemend en prikkend gespuis.
Als het insecten aanbod afneemt maken de vogels zich van september tot oktober op voor de trek naar Zuid-Afrika. Na vijf tot zes weken bereiken ze hun overwinteringgebieden.
Vanaf 1981 worden in de Kempen de nesten van broedende huiszwaluwen geteld. Uit dat onderzoek blijkt dat de huiszwaluw flink is afgenomen.
Literatuur
- Huiszwaluwen in gemeente Bergeijk in 2019
- Huiszwaluwen (Delichon urbica) in de Kempen in 2009 (Blauwe Klauwier april 2010)
- 25 jaar huiszwaluwen (Delichon urbica) in de Kempen (Blauwe Klauwier januari 2009)
- De Huiszwaluw in de Kempen in 2006 (Blauwe Klauwier, januari 2007)
- De Huiszwaluw in de Kempen in 2005 (Blauwe Klauwier, april 2006)
- De Huiszwaluw in de Kempen in 2001 (Blauwe Klauwier 1, 2002)
- De Huiszwaluw in de Kempen in 1997 (Blauwe Klauwier 2, 1998)
- De Huiszwaluw in Eindhoven in 1994 (Blauwe Klauwier 1, 1995)