Ik weet al niet meer waarom we in 2019 de Merel als soort voor onze fotowedstrijd hebben gekozen, maar het had wel iets van een vooruitziende blik. De Merel was niet alleen de soort voor onze fotowedstrijd, maar is nu ook de soort voor ‘het Jaar van…’ (Sovon i.s.m. Vogelbescherming Nederland). 2021 Is een opstartjaar en in 2022 is dan het echte Jaar van de Merel.

Het is natuurlijk wel enigszins beschamend dat we van zo’n algemene vogel, die we constant om ons heen zien, zo weinig weten. Maar dat geldt niet alleen voor de Merel; zo zijn er nog wel een paar soorten op te noemen.

Een beschrijving van de Merel hoef ik hier niet te geven. In ‘elke tuin’ in Nederland kunnen we de soort wel tegenkomen. Dit was in het verleden wel anders. Het is bijna onvoorstelbaar dat de Merel vroeger in Nederland een zomervogel was. Onze Merels trokken in de winter weg naar zuidelijke oorden. Jac P. Thijsse beschreef honderd jaar geleden hoe hij waarnam dat Merels steeds meer in Nederland bleven. Ook is de Merel van een echte, schuwe bosvogel getransformeerd naar een cultuurvolger die zijn schuwheid van zich af legde. Hierdoor kwamen er ongekende mogelijkheden om als soort uit te breiden. Tijdens de laatste atlasperiode werd het aantal broedparen geschat op 650.000 tot 1.100.000. De laatste jaren is de stand wel wat afgenomen. Een van de oorzaken was het Usutu-virus, een virus wat met name Merels trof. Het lijkt erop dat de merelpopulatie immuun (?) is geworden. Zelf heb ik het afgelopen jaar geen enkele dode Merel meer gevonden waarvan ik zou kunnen denken dat het Usutu-virus de doodsoorzaak zou kunnen zijn.

In deze twiet wil ik het hebben over hoe we als vogelaar kunnen helpen bij het onderzoek naar de Merel in ‘het Jaar van’.

Allereerst wordt er gevraagd om zoveel mogelijk nesten op te sporen. Door deze te volgen kan er iets gezegd worden over de reproductie en verliesoorzaken. Sovon vogelonderzoek is nog op zoek naar personen die zich daar in willen specialiseren. Zie ook: Curus merelnesten zoeken (Sovon)

Maar als we met zijn allen het merelnest in onze tuin volgen dan zet dat qua aantal zeker zoden aan de dijk. Als je een nest volgt van welke vogel dan ook kun je de gegevens invoeren via een nestkaart, maar nog makkelijker is het om de app Avinest te gebruiken. Sovon geeft hier een online cursus over. Deze is ook terug te zien op het Sovonkanaal bij Youtube. Zelf gebruik ik deze app al enkele jaren en hij bevalt erg goed. Alle nesten die ik (toevallig) tegenkom tijdens inventariseerwerk voer ik in.

Heb je geen zin in het zoeken van nesten dan kun je de Merels ook tellen en invoeren via de Jaarrond tuintelling. En natuurlijk niet alleen de Merels maar ook alle andere vogels (en andere levende wezens) die in je tuin voorkomen. Je kunt op twee manieren meedoen. Of je maakt voor elke week een lijst van de getelde vogels in je tuin, of je voert een tijdstiptelling uit. De eerste optie is de ‘light’ versie. Zelf ben ik vorig jaar in november begonnen met de weektelling. Kost niet veel tijd, je kijkt eens goed naar je tuinsoorten en het levert ook nog wat op. Zelf had ik in het najaar, voor ik ben begonnen met tellen, vaak wel tien Merels in mijn tuin. Deze kwamen af op de druiven die tegen mijn huis aan groeien. Maar ook in de winter bleven er veel Merels op de voederplaats komen. Door goed te kijken leer je sommige individuen te herkennen. En zie je als het voorjaar nadert hoe het een en ander onder de invloed van hormonen gaat veranderen. Er wordt meer gevochten, territoria worden gevormd en ook zwaar verdedigd. Op dit moment komen er nog maar drie Merels in mijn tuin.

Hopelijk inspireert deze Twiet je om ook mee te doen aan het Jaar van de Merel…

Pieter Wouters