Pimpelmees vogel van de maand april/mei/juni
(Wil de Veer)


Pimpelmees (Cyanistes caeruleus), vroeger Parus caeruleus.
Deze keer besteden we aandacht aan de pimpelmees. De betekenis van de wetenschappelijke naam is: Blauwe “caeruleus”.
De pimpelmees is een zangvogel uit de familie van echte mezen (Paridae).
De Zweedse natuuronderzoeker Carl Von Linne (Caralos Linnaeus) die leefde van 1707 tot 1778 is schrijver van het boekwerk "Systema Naturea" (eerste druk 1735). Hierin is vastgelegd wat de naam van een vogel is. Voor de pimpelmees is de naam in 1758 vastgesteld.
Nederlandse volksnamen van de pimpelmees zijn o.a.: blauwmeesje, blauwköpke, meelmees, kleine mees en ringelmees.

Paridae: Mezen. Kleine, gedrongen vogels met korte stevige poten, dikke puntige snavel. Sommige soorten gekuifd. Vooral in bosgebieden, over gehele Noordelijke-Halfrond en Afrika (Michael Walters, Vogels van de wereld).

Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen zijn pimpelmezen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van deze soort is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming (ingaande 1 januari 2017). Deze nieuwe wet vervangt drie wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet. Met één wet en minder regels wordt het makkelijker om de wet toe te passen.

De pimpelmees is beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Wet natuurbescherming. Voor deze soort zijn in Nederland geen Natura 2000-gebieden aangewezen.
De Staat van Instandhouding van de pimpelmees als broedvogel in Nederland is gunstig.
De Staat van Instandhouding van de pimpelmees als niet-broedvogel in Nederland is gunstig.


Herkenning
De pimpelmees is een kleine levendige compacte zangvogel, ongeveer 10,5-12 cm groot, met een spanwijdte van 17-20 centimeter en een gewicht van 12-15 gram.
Kleur is geel met smalle grijszwarte middenstreep op buik, kop met zwarte oogstreep en kleine blauwe “pet”, helderblauw op grote dekveren en vleugelboeg. De mannetjes zijn helderder van kleur dan vrouwtjes en juveniele. Het mannetje heeft ook een bredere blauwe halsband dan het vrouwtje.
Maakt een levendige indruk en is niet schuw.
Geluid: Rijk repertoire van heldere roepjes. Zang bestaat uit langgerekte scherpe klanken.

Als voedsel komen in hoofdzaak in aanmerking insecten en hun larven, spinnen, bladluizen, zaden en bessen. In de winter vaak in riet waar de pimpelmees zich voedt met in rietstengels overwinterende insectenlarven. Op voederplaatsen worden vetbollen, (ongezouten)pinda’s en zaadjes gegeten.


Voorkomen
Aantal broedparen in Nederland*: 250.000-400.000 (2013-2015); 250.000-325.000 (1998-2000). Geschat maximum in de winter 500.000-2.000.000 (2013-2015).
De pimpelmees is een van de talrijkste voorkomende vogelsoorten in ons land. De soort ontbreekt vrijwel nergens in Nederland waar bomen staan. Ze zijn het talrijkst in oud loofbos op de hoge gronden, maar het ophangen van nestkasten kan de dichtheden ook in andere biotopen verhogen. Nieuw beschikbaar gebied wordt vlot gekoloniseerd. De landelijke aantallen nemen geleidelijk toe. Het ouder worden van bossen (meer nestgelegenheid) speelt hierbij een rol, net als verstedelijking (met in het kielzog groenvoorziening) in voorheen open gebied in West- en Noord-Nederland.
De gemiddelde levensduur van een pimpelmees in goede leefomstandigheden bedraagt ongeveer drie jaar. Met weinig predatie en zachte winters kan ook een leeftijd van acht jaar worden bereikt.


Broeden en nestelen
Nest is een komvormig bouwsel van mos, gras, wol, dode bladeren, haar en spinrag; bekleed met haar, verendons en veertjes.
Broedt tegenwoordig gemiddeld vanaf tweede week april. Meestal één legsel met elk 7-12 eieren. Broedduur: 12-16 dagen. Pimpelmezen broeden behalve in boomholtes ook graag in nestkasten. De jongen zitten 15-22 dagen in het nest. Als ze zijn uitgevlogen worden ze nog zo'n 2-3 weken gevoerd.
Pimpelmezen zijn holenbroeders die daarom ook graag gebruik maken van nestkasten. Door het hele land zijn zowel particulieren als vogelwerkgroepen actief met het ophangen van nestkasten. Vogelwerkgroep De Kempen heeft diverse nestkasten projecten lopen, vaak al over een zeer lange periode.

 

 

Buiten broedtijd
De pimpelmees is in de regel een standvogel en blijft dus het hele jaar in ons land. In de nazomer vormen lokale broedvogels soms groepen die tot in de winter intact blijven. In herfst en winter vullen Oost- en misschien Noord-Europese pimpelmezen de Nederlandse populatie aan. De doortrek vindt tussen half september en half november plaats, met de piek meestal half oktober. De trek is in sommige najaren aanzienlijk, met op stuwingspunten honderden trekkers per dag, maar is meestal nogal onbeduidend. De overwinteraars gedijen bij zacht weer en een goede zaadoogst van berken, haagbeuken, Spaanse aak maar ook riet. Van de voorjaarstrek tussen half februari en half april is doorgaans weinig te merken.
Strenge winters kunnen tot omvangrijke sterfte onder de overwinteraars leiden als er weinig voedsel beschikbaar is. Bijvoeren met zaden, pinda’s (ongezouten), vetbollen en zonnepitten helpt de vogels de winter door.

DNA-onderzoek Universiteit Antwerpen**
Uit een DNA-onderzoek op 314 jongen uit 36 nesten, uitgevoerd aan de Universiteit Antwerpen, bleek dat alle nestmoeders ook de biologische moeders waren. In 11 van de 36 nesten stelde men vast dat niet alle jongen dezelfde vader hadden. In elk van deze nesten zaten gemiddeld drie bastaards. Om die 11% vreemde vaders te traceren, werd het DNA-paspoort van alle pimpelmezen uit de buurt bepaald. Hieruit bleek dat de vreemde vaders voor 80% pimpelmezen uit de onmiddellijke omgeving waren. In alle gevallen namen de vrouwtjes het initiatief tot de buitenechtelijke paringen.

Pimpelmezen kunnen ultraviolet licht waarnemen. De blauwe kruinveertjes van pimpelmannetjes reflecteren veel UV licht. Hoe hoger de reflectie, hoe aantrekkelijker de pimpelman wordt voor de vrouwtjes pimpelmees. Nederlandse onderzoekers namen de proef op de som en smeerden tijdens het broedseizoen UV-blokkers uit zonnebrandcrème op de blauwe petjes van gepaarde mannetjes pimpelmees. Hun partner reageerde hier meteen op door minder vaak met voer naar het nest te vliegen. Reden: pimpelvrouwtjes steken minder energie in de kroost van een lelijke vader (dus een pimpelman met een petje dat minder UV licht reflecteert) en sparen hun energie liever op tot een nieuw broedseizoen met een mooiere partner.

Verwacht effect klimaatverandering op vogels vastgesteld (bron Sovon)
Van sommige soorten vogels wordt verwacht dat ze achteruitgaan door effecten van klimaatveranderingen, en andere soorten juist vooruitgaan. Onderzoekers hebben nu aangetoond dat deze patronen daadwerkelijk plaatsvinden en zelfs goed voorspelbaar zijn voor het Noordelijk halfrond. Een internationaal team van wetenschappers, onder andere van Sovon Vogelonderzoek Nederland en de Radboud Universiteit Nijmegen, publiceerden hun resultaten op 1 april 2016 in het tijdschrift Science.

 

Conclusie
Het klimaat in Nederland verandert en die ontwikkeling zal zich de komende decennia voortzetten: we krijgen zachtere winters, warmere voorjaren en de kans op weersextremen (hevige regenbuien, storm) neemt toe. Dit heeft natuurlijk ook grote gevolgen voor vogels. Er kunnen problemen ontstaan als de timing van broeden verandert ten opzichte van de piek in voedselbeschikbaarheid.

* Sovon Vogelatlas van Nederland
** Natuurpunt.be