Vogel van de maand november/december 2016 (door Wil de Veer)

Deze maand besteden we aandacht aan de ijsvogel (Alcedo atthis). Een van de mooist gekleurde vogels in Nederland. In vroeger tijden was zijn Germaanse naam Eisenvogel (ijzeren vogel). Zijn metaalblauwe kleur kwam in die tijd overeen met die van ijzeren sieraden. Later werd dit Eisvogel en tegenwoordig schrijven we ijsvogel. De ijsvogel valt onder de wet voor beschermende vogels.

IJsvogel man

 

Herkenning en gedrag
De ijsvogel is een beetje een kleine tot middelgrote gedrongen vogel met een korte staart, een grote kop en puntige lange snavel. De ijsvogel is ongeveer 17-19,5 cm groot inclusief de snavel die ongeveer 4 cm groot is; de spanwijdte van de vleugel is 24 tot 26 cm en het lichaamsgewicht loopt uiteen van 34 tot 44 gram. Hij is opvallend blauw en oranje gekleurd. Het vrouwtje is aan de basis van de onder snavel roodgekleurd, bij het mannetje is dit zwart. Beide hebben rode poten. Juveniele ijsvogels hebben zwarte poten en het puntje van de snavel is wit. Vaak zittend op een laaghangende tak langs helder water of laag in het riet loerend naar visjes, libellenlarven, kevers en allerlei waterinsecten. De prooidieren zijn meestal 3 tot 5 cm lang, maximaal 7 cm. Vissen beslaan meer dan 75% van het dieet. Bij het jagen op vis duikt de ijsvogel bijna loodrecht op zijn prooi, waardoor hij met hoge snelheid het wateroppervlak kan doorbreken. Om deze snelheid te ontwikkelen slaat hij tijdens de duik kort met zijn vleugels. Meestal duikt hij niet meer dan enkele decimeters. Om de ogen te beschermen tegen het water gebruikt de ijsvogel zijn knipvlies, dit is een extra ooglid dat half doorzichtig is en over het oog schuift tijdens het duiken. De ijsvogel verlaat direct na de duik het water. Hij vliegt hierna naar een zitplaats, waar hij het visje doodslaat tegen de tak waar hij op zit. Soms wordt het visje tot wel twintig keer tegen de tak geslagen (eigen waarneming). Meestal is het tussen de vijf en twaalf keer (eigen waarneming). Hierna wordt de prooi gedraaid en in zijn geheel doorgeslikt met de kop naar voren zodat wordt voorkomen dat eventuele stekels van de prooi zich vastzetten in de keel waardoor de vogel zou kunnen stikken. Onverteerde delen worden als braakbal uitgebraakt.
Kenmerkend is ook dat de vogels “biddend” boven het water worden gezien en daarna pijlsnel in het water duikt. Men vindt de soort langs visrijke beken en rivieren met langzaam stromend water, maar ook in stilstaand water bij vijvers, vennen en plassen. Ze vliegen luid roepend, scherp hoog geluid, als een blauwe flits laag over het water.
Het waterdichte en isolerende verenkleed van de ijsvogel bestaat uit korte, dichte veren die enkele keren per dag gepoetst worden. Ook neemt de ijsvogel regelmatig een bad. Vooral ouderdieren baden regelmatig om het zand van het graven van de nestholte af te spoelen. Dit doen ze ook om de viezigheid van het nest af te spoelen. Op het eind als de jongen steeds groter worden is het nest bevuild met een laag visgraten en braakballen, en zijn de wanden van de nestholte bevuild met uitwerpselen. IJsvogels spuiten de poep een behoorlijk eind weg.

 

 

Broeden en nestelen
De ijsvogels broeden in zandige of lemige steile oeverranden, maar ook in kluiten van omgevallen bomen die soms behoorlijk ver van water liggen. Zowel man als vrouw graven met hun snavel een tunnel uit van ongeveer 30-100 cm lang, schuin omhoog en aan het einde maken ze een nest kom. Het zand wordt met de poten achterwaarts uitgeworpen. Een nest met bijvoorbeeld gras wordt niet gemaakt. Wel liggen er meestal braakballen en visgraten op de boden van de nest kom.
Broedt vanaf maart/april. Meestal twee legsels maar ook wel drie, als er vroeg in het jaar begonnen is met het eerste legsel. Legsel van meestal 6-7 glanzend witte eieren. Beide geslachten broeden gedurende 19-21 dagen. De jongen worden door beide ouders verzorgd en blijven 23-27 dagen in het nest voor ze uitvliegen.
Bij het observeren van een nest van de ijsvogel is duidelijk te zien wanneer er zich grote jongen in het nest bevinden. De jongen zitten dan al in de nestpijp te wachten en de oudervogel kan in de pijp niet meer omdraaien en komt daarom achterwaarts uit de nestpijp.

Voorkomen
Hoewel de naam anders suggereert kunnen ijsvogels slecht tegen koud winterweer omdat ze afhankelijk zijn van open water om te vissen. Als vanwege de vorst het water bevroren is komen ze in de problemen omdat ze niet wegtrekken.
De aantallen kunnen behoorlijk fluctueren. Na een strenge winter en zeker na enkele strenge winters zijn de aantallen gedecimeerd. In de jaren zestig van de twintigste eeuw hadden de ijsvogels erg te lijden onder watervervuiling en ook de zeer strenge winter van 1962/63 maakte veel slachtoffers. In het laatste kwart van de vorige eeuw herstelde de stand, met onderbrekingen na koude tot strenge winters als 1978/79, midden jaren tachtig en midden jaren negentig. De stand herstelde zich vanwege een lange serie zachte winters in combinatie met verbeterde broedomstandigheden zoals schoner water en herstel van natuurlijke beekoevers. In het topjaar 2007 nestelden er naar schatting rond 1000 paren in ons land (bron Sovon). De koude winters 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 deden de stand vervolgens weer dalen. De laatste drie winters waren vrij zacht waardoor de soort zich weer heeft kunnen herstellen.
In winterse omstandigheden worden regelmatig ijsvogels gespot bij vijvers in tuinen.

 

Webcam beleef de lente
Een geweldige mooie manier om het leven van de ijsvogels beter te leren kennen is de webcam die de Vogelbescherming (Beleef de lente) heeft geplaatst.
Zelf aanleggen van een ijsvogelwand
Via de website van Vogelbescherming is een instructie dvd aan te schaffen om zelf een ijsvogelwand te maken.
www.vogelbescherming.nl/webshop
In Nederland worden steeds meer webcams ingezet om het broeden te kunnen volgen. In Helmond nestelt de ijsvogel in een oeverwand van de Aa en ook hier is een webcam geplaatst (Stichting Natuurkanaal).
Van toegevoegde waarde is ook om omgewaaide bomen langs of vlak bij het water te laten liggen zodat de ijsvogels in de kluit een nestholte kunnen uitgraven.